Haarlemmermeer | Verkeer | Weg

Redactie
16-05-2024

De volgende vergunning is bekend gemaakt in Hoofddorp. Zelf een vergunning aanvragen? Neem dan contact op met de gemeente waaronder Hoofddorp valt. Deze wordt dan ook bij ons bekendgemaakt.

STAATSCOURANTHaarlemmermeer – verkeersbesluit – Hoofddorp, Raadhuislaan, aanwijzen parkeerplaatsenvoor het opladen van elektrische voertuigen

Verkeersbe sluit nummer 20 13 / 066927 1.Overwegingen Aanleiding In september 2011 heeft het College van B&W besloten een pilot traject te starten voor de realisatie van 35 laadpalen voor het opladen van elektrische voertuigen. Deze maatregel is een uitwerking van het door het College van B&W vastgestelde duurzaamheidsbeleid. De gemeente wil elektrisch vervoer binnen haar gemeentelijke grenzen bevorderen. Elektrisch vervoer levert een bijdrage aan de verbetering van de luchtkwaliteit en is stiller en zuiniger dan gewone voertuigen. Gemeente Haarlemmermeer heeft hiervoor een overeenkomst afgesloten met de stichting E-laad. E-laad wil door middel van een pilotproject de gevolgen van het opladen van elektrische auto’s op het elektriciteitsnet in kaart brengen, om de regionale netbeheerders daarin inzicht te geven en hen in staat te stellen dit proces beter te controleren en te optimaliseren. E-laad wil op korte termijn aan het succes van elektrisch vervoer bijdragen door een uniforme, landelijk dekkende, algemeen toegankelijke en klantvriendelijke infrastructuur van maximaal 10.000 oplaadpunten te realiseren. De markt voor laaddienstverlening voor elektrisch vervoer bevindt zich in de ontwikkelfase en is nog aan veranderingen onderhevig. E-laad plaatst en onderhoudt de palen kosteloos. Het merendeel van deze locaties wordt bepaald door de aanvragen die eigenaren van elektrische voertuigen indienen. De parkeerplaatsen blijven echter openbaar, dus de aanvrager kan hier geen rechten aan ontlenen. Tevens zullen laadpalen worden geplaatst op zogenaamde strategische plaatsen, zoals bij winkelcentra. De pilot heeft een looptijd tot en met 31 december 2014. In de overeenkomst met de stichting E-laad is (op hoofdlijnen) het volgende geregeld. • De paal wordt geplaatst op gemeentegrond en de percelen worden door de gemeente bepaald. • Plaatsing geschiedt op basis van aanvragen van particulieren/bedrijven die een elektrische auto in bezit hebben of deze besteld hebben. • De gemeente zal de oplaadlocaties in overleg met E-laad.nl bepalen op maximaal 25 meter van de laagspanningsnet. Indien de locatie zich op meer dan 25 meter van de hoofdelektriciteitskabel bevindt, zijn de meerkosten voor de aanleg van de laadpaal buiten de 25 meter voor rekening van de gemeente. • E-laad zorgt voor de realisatie en installatie van de laadpalen, alsmede voor de aansluiting bij de netbeheerder, het beheer en onderhoud en het verhelpen van storingen van de laadpalen, de exploitatie en dienstverlening m.b.t. laadpalen en het laten voeden van de laadpalen door gecertificeerde bedrijven voor groene stroom. De palen voldoen aan de nationale en internationale standaarden en voorschriften. • De laadpaal voor het opladen van elektrische voertuigen wordt voorzien van 1 elektrisch leverpunt, bij voorkeur tussen twee parkeerplaatsen in, voor het geval dat de paal ooit wordt vervangen door een paal met twee laadpunten of als er een leverpunt wordt toegevoegd aan de bestaande paal. • De gemeente zorgt voor besluitvorming rond alle benodigde ontheffingen en vergunningen (waaronder het benodigde verkeersbesluit) en reserveert per laadpaal minstens een parkeervak voor elektrische auto’s. Tevens zorgt de gemeente voor het aanwijzen van de parkeerlocatie die alleen voor het opladen van elektrische auto’s is bedoeld en het aanpassen van de openbare ruimte voor de realisatie van deze parkeervakken. • De gemeente geeft de laadplaatsen ook als zodanig met een verkeersbord aan (ook om te kunnen handhaven). De gemeente Haarlemmermeer heeft de volgende uitgangspunten geformuleerd voor het aanwijzen van parkeerplaatsen: • Alleen bestaande parkeerplaatsen zullen worden aangewezen als plaats om te laden (geen nieuwe parkeerplaatsen creëren) en niet meer dan 25 meter van de hoofdkabel om meerkosten te voorkomen. • Indien er sprake is van parkeerregulering, dan blijft de parkeerregulering geldig voor die locatie. • Omdat in de toekomst een tweede leverpunt kan worden aangebracht op de oplaadpaal wordt er naar gestreefd de oplaadpaal zo te plaatsen dat in de toekomst twee elektrische motorvoertuigen tegelijkertijd met de zelfde oplaadpaal kunnen worden opgeladen. • Overlast en technische nadelen dienen te worden vermeden. Daarom wordt de aanvragen ook door de gemeente getoetst. In gevallen die niet optimaal zijn, wordt in overleg met E-laad een alternatief gezocht. • Omdat er bij de oplaadpunten in dit verkeersbesluit slechts 1 parkeerplaats wordt onttrokken aan de parkeervoorzieningen is een hoge parkeerdruk geen reden om van het oplaadpunt af te zien. • De locatie voor het opladen van elektrische voertuigen wordt bij voorkeur zo dicht mogelijk bij het adres van de aanvrager geplaatst. Er kunnen echter vele redenen zijn dat de locatie toch wat verder van de aanvrager af ligt. Zo spelen bijvoorbeeld factoren als ligging van kabels, ruimte om de paal te plaatsen, beheer, veiligheid, parkeerdruk, zicht, etc. een rol. Veder wordt op locaties waar geen parkeervakindeling bestaat het parkeervak alsnog gemarkeerd. Tenslotte worden in veel gevallen stootbanden aangebracht om te voorkomen dat de kostbare elektrische laadpaal wordt aangereden. Op 18 april 2012 (verkeersbesluit 2012/0444630) is een verkeersbesluit genomen om de eerste vier locaties aan te wijzen als parkeerplaats uitsluitend t.b.v. het opladen van elektrische voertuigen. Op 17 april 2013 is een verkeersbesluit genomen voor 28 nieuwe locaties (2013/0054879). Tijdens de procedure bleek dat in een aantal gevallen een andere locatie nodig of wenselijk was. Ook is een enkele nieuw locatie aan deze lijst toegevoegd. In het huidige verkeersbesluit betreft het een nieuw toegevoegde locatie. Maatregelen en motivatie Het is niet wenselijk op de oorspronkelijk aangevraagde locatie, de Fortlaan, een locatie aan te wijzen voor het opladen van elektrische voertuigen, omdat het een smalle straat is met smalle stoepen, waarop de paal een obstakel is, en veel grote bomen. De parkeerdruk is hier hoog. Daarom is als locatie aangewezen: Raadhuislaan 1 (bij de haakse parkeerplaatsen aan plantsoenzijde van de straat). Deze locatie is in de nabijheid van de aangevraagde locatie. Op deze manier wordt de overlast voor de omwonenden beperkt. Ook speelt mee dat de paal daar goed zichtbaar is, dus dat het openbare karakter wordt ondersteund (waaronder t.b.v. bezoekers van het Oude Raadhuis), wat als wervend kan worden beschouwd in het kader van de doelstelling van het milieubeleid. De exacte locatie is bepaald door de ligging van de elektriciteitskabel. Deze locatie is getoetst op basis van de uitgangspunten die hierboven zijn genoemd. Tevens is gekeken of de veiligheid niet in het geding is. De parkeerplaats wordt voorzien van borden E4 (RVV) 1990 met onderbord ‘alleen voor opladen elektrische voertuigen’. De tekst op het onderbord ‘alleen voor opladen elektrische voertuigen’ is een tekst die geldt als een landelijke richtlijn. Deze tekst is iets anders dan te tekst die voorheen door de gemeente Haarlemmermeer werd gebruikt. Die tekst luidde ‘uitsluitend t.b.v. opladen elektrische voertuigen’. Op dat moment was er nog geen landelijke richtlijn voor het onderbord. De aan te brengen bebording staat aangegeven op de bij dit besluit behorende tekening met het nummer 0213-003-058. 2.Verkeersbesluit Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd. Voor het aanwijzen van een parkeervak, uitsluitend bestemd voor opladen van elektrische voertuigen moet een verkeersbesluit worden genomen. 3.Voorbereiding De direct belanghebbenden (omwonenden en aangrenzende bedrijven) krijgen voorafgaand aan de plaatsing van de paal een informatiebrief. Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) dient overleg te worden gevoerd met de korpschef van de Nationale Politie. Dit heeft plaatsgevonden in de Werkgroep Verkeer, waarin de door de korpschef gemachtigde medewerker verkeersadvisering, alsmede de Brandweer en Connexxion, vertegenwoordigd zijn. Op 12 november 2013 is dit besluit behandeld in de werkgroep. De leden van de werkgroep stemmen in met de maatregelen. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) vereist zorgvuldigheid en belangenafweging bij de totstandkoming van besluiten, waaronder verkeersbesluiten. Artikel 3:2 van de Awb schrijft voor dat het bestuursorgaan de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen vergaart. Naast de belangenafweging bepaalt artikel 3:4 van de Awb dat de voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen niet onevenredig mogen zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen. Om de rechtstreeks bij het verkeersbesluit betrokken belangen goed af te kunnen wegen verdient het de aanbeveling om, vooral in complexe en omstreden situaties, een voorbereidingsprocedure op grond van de Awb te volgen. Van deze procedure is afgezien omdat het geen omstreden situatie betreft. De gevolgen voor omwonenden en weggebruikers zijn beperkt. Het besluit wordt gepubliceerd in de Digitale Staatscourant. Tevens wordt het besluit gepubliceerd in de Informeer, onderdeel van het Witte Weekblad en op de website van de gemeente Haarlemmermeer. Belanghebbenden kunnen zes weken na de publicatiedatum bezwaar maken tegen het besluit. 4.Motivering Wegenverkeerswet en belangenafweging Motivering Wegenverkeerswet Artikel 21 van het BABW bevat voorschriften omtrent de motivering van verkeersbesluiten. Het verkeersbesluit moet in ieder geval weergeven welke doelstelling of doelstellingen met het verkeersbesluit worden beoogd. Daarbij moet worden aangegeven welke van de in artikel 2, eerste en tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen ten grondslag liggen aan het besluit. Indien tevens andere van die belangen in het geding zijn, wordt voorts aangegeven op welke wijze de belangen tegen elkaar zijn afgewogen. De maatregelen dienen tot de volgende in artikel 2 van de Wegenverkeerswet genoemde doelen: 1. In eerste instantie: a. het verzekeren van de veiligheid op de weg; b. het beschermen van weggebruikers en passagiers; c. het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan; d. het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer. 2. In tweede instantie ook voor: a. het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer; b. het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden. Burgemeester en wethouders stellen vast dat de maatregelen nodig zijn in verband met de vrijheid van het verkeer (1d), namelijk van eigenaren van een elektrisch voertuig om hun voertuig te kunnen laden. Daarnaast zijn de maatregelen nodig in verband met doel 2a; het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer. De maatregel is een onderdeel van het beleid om de negatieve gevolgen van het gebruik van fossiele brandstoffen te beperken. Door de maatregelen wordt van de belangen genoemd in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 er een geschaad, namelijk de vrijheid van het verkeer, aangezien andere weggebruikers niet meer mogen parkeren op de vakken die bestemd zijn voor het opladen van elektrische voertuigen. Omdat er voldoende alternatieven zijn in de directe omgeving of omdat het gaat om een zeer beperkte onttrekking van het parkeren uit de parkeervoorziening, zal naar verwachting niemand onredelijk worden benadeeld en wordt dit belang minder zwaar gewogen. Eigenaren van elektrische voertuigen zijn echter afhankelijk van de speciaal voor hun voertuig bestemde parkeervakken. Belangenafweging Gebruikers elektrische auto Het aanduiden van een parkeervak ten behoeve van het opladen van elektrische voertuigen is in het belang van bewoners met een elektrisch voertuig. Zij zijn afhankelijk van de laadpaal om hun voertuig te kunnen gebruiken. Bewoners en bedrijven Door de maatregelen worden de belangen van bewoners en bedrijven geschaad omdat er minder parkeerplekken overblijven. Het belang van het milieu wordt echter zwaarder gewogen. Daarbij speelt mee dat het gaat om een zeer beperkte onttrekking van het parkeren uit de parkeervoorzieningen. De locatie van de maatregel ligt in principe zo dicht mogelijk bij het adres van de aanvrager, maar kan door verschillende factoren (zie aanleiding) ook iets verder liggen dan was aangevraagd. In dit laatste geval wordt het belang van het milieu ook zwaarder gewogen dan het belang van de direct aanwonenden om te parkeren direct nabij zijn of haar woning. Ook hier speelt weer mee dat het gaat om de onttrekking van slechts 1 parkeerplaats uit de verzameling parkeerplaatsen in de directe omgeving. De omwonenden worden enigszins benadeeld in hun uitzicht. Toch is de locatie zo gekozen (niet woningzijde bij haakse parkeerplaatsen) dat de overlast zoveel mogelijk wordt beperkt. Hulpdiensten De maatregelen hebben geen gevolgen voor de bereikbaarheid door hulpdiensten. Openbaar vervoer. De maatregelen hebben geen effect op de doorstroming en bereikbaarheid van het openbaar vervoer. Doorgaand) verkeer Het (doorgaand) verkeer wordt niet beïnvloed door het aanwijzen van de parkeervakken voor het laden van elektrische voertuigen. Algemeen belang Het algemeen belang is gebaat bij de proef met de laadpalen. Elektrisch vervoer levert een bijdrage aan de verbetering van de luchtkwaliteit en is stiller en zuiniger dan gewone voertuigen. Hiermee verbetert het milieu en dit is in het algemeen belang. Afweging Alles afwegende zijn burgemeester en wethouders van mening dat de maatregelen in het algemeen belang zijn en in bijzonder in het belang van de weggebruikers met een elektrisch voertuigen, zonder dat een al te grote inbreuk wordt gedaan op de parkeervoorzieningen. Deze belangen wegen zwaarder dan de beperking van de vrijheid van het verkeer, die het gevolg is van het aanduiden van een parkeervak uitsluitend ten behoeve van het laden van elektrische voertuigen. 5.Bevoegdheid De hierboven genoemde wegen zijn in eigendom en beheer bij de gemeente Haarlemmermeer. Krachtens artikel 18, lid 1 onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 worden verkeersbesluiten genomen door het college van B&W. In het Mandaat-, machtigings- en volmachtbesluit Haarlemmermeer 2013 is voor het nemen en intrekken van verkeersbesluiten een ondermandaat verleend aan de teammanager Beheer Openbare Ruimt, of diens vervanger. Met ingang van 1 februari 2013, bij de herindeling van de cluster Beheer en Onderhoud, is dit ondermandaat overgegaan naar de teammanager Wegen, Water en Verkeer. De maatregelen vallen onder dit ondermandaat. 6. Besluiten: I. In de nabijheid van Raadhuislaan 1 in Hoofddorp een parkeervak aan te wijzen uitsluitend ten behoeve van het opladen van elektrische voertuigen door het plaatsen van borden conform model E4 uit bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV) met onderborden ‘alleen voor opladen elektrische voertuigen’. De exacte locatie bevindt zich op de bij dit besluit behorende tekening. II. Dit besluit ter openbare kennis te brengen op 4 december 2013. Burgemeester en Wethouders van Haarlemmermeer namens dezen, de gemeentesecretaris, voor deze, de Teammanager Wegen, Water en Verkeer M.Ardewijn Terinzagelegging Het besluit en de tekening waarop de maatregelen staan aangegeven, liggen gedurende zes weken vanaf de publicatiedatum, voor een ieder ter inzage op werkdagen van 9.00 tot 13.00 uur in het Informatiecentrum van het raadhuis, Raadhuisplein 1 in Hoofddorp. Bezwaar Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan iedereen wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken, binnen zes weken na publicatie van dit besluit een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij het college van Burgemeester en Wethouders van Haarlemmermeer, het cluster Juridische Zaken van het team Ondersteuning, Postbus 250, 2130 AG Hoofddorp. Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift kan een verzoek om een voorlopige voorziening worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank te Haarlem, p/a Arrondissementsrechtbank Haarlem, sector Bestuursrecht Postbus 1621, 2003 BR Haarlem. Een dergelijk verzoek kan pas worden gedaan als het bezwaarschrift is ingediend en onverwijlde spoed, gelet op het betrokken belang, dat vereist. Voor de behandeling van het verzoek wordt een bedrag aan griffierecht geheven.

Deel dit artikel

Redactie HoofddorpStart.nl

Meerdere bekendmakingen van Hoofddorp inzien? Ga dan naar alle bekendmakingen in Hoofddorp.

Meer Bekendmakingen