Veelvoorkomende beveiligingsfouten in woningen in Hoofddorp en hoe een slotenmaker deze voorkomt

Vorige week stond ik bij een klant in Floriande. Nette wijk, mooie huizen. De mevrouw deed open en zei meteen: “Kijk, ik snap niet hoe ze nou toch binnen zijn gekomen. We hadden alles op slot.” Eenmaal binnen zag ik het direct. Splinternieuwe voordeur met een degelijk slot, maar de achterdeur? Zo’n ding dat je bij de Praxis voor een tientje koopt. Dat zie je hier in Hoofddorp nou zo vaak.

Mensen denken dat ze veilig zitten. Investeren flink in hun voordeur, plaatsen misschien nog een camera. Maar ondertussen vergeten ze drie andere dingen die net zo belangrijk zijn. Of belangrijker zelfs. Ik zie het elke dag, dus laat me je vertellen waar het meestal misgaat.

Die sloten zijn écht te oud

Woon je in een huis uit de jaren 80? Dan heb je waarschijnlijk nog steeds de sloten waarmee het huis is opgeleverd. Dat klinkt misschien niet als een probleem – ze doen het immers nog prima, toch? Fout. Die dingen zijn gewoon niet meer van deze tijd.

Ik had vorig jaar een klantje in de Bomenbuurt. Liet me trots zijn huis zien. “Alles origineel,” zei hij. Nou, dat was het zeker. Inclusief het slot van 1983. Ik kon dat ding openmaken met een chipszak. Echt waar. Niet eens een speciale techniek voor nodig. Gewoon een lege zakje Lays en binnen vijftien seconden stond ik binnen.

Het probleem is dat inbrekers tegenwoordig gewoon beter zijn geworden. Die hebben YouTube. Die kijken filmpjes. En oude sloten kraken? Dat leren ze in hun vrije tijd. Wat vroeger misschien veilig genoeg was, is dat nu gewoon niet meer. Punt.

Wat moet je dan wel? Kijk naar SKG-certificering. Dat zijn sloten die getest zijn. Niet door een of andere marketeer, maar echt door onafhankelijke lui die proberen om ze kapot te krijgen. Als ze het niet lukt, krijgt het slot een stempeltje. Die zitten gewoon stukken beter in elkaar. Meerdere punten waarop ze vergrendelen. Cilinders die niet zomaar uit te boren zijn. Dat soort werk.

Eén sleutel voor alles – handig tot het niet meer handig is

Ik snap het wel hoor. Eén sleutel voor je voor- en achterdeur. Scheelt weer een ding aan je bos. Maar stel je even voor: je raakt die ene sleutel kwijt. Of erger nog, hij wordt gejat. Dan kunnen ze dus bij álle deuren.

Had vorige maand iemand in Hoofddorp-Oost aan de lijn. Telefoon gestolen in de trein. Pasjes, portemonnee, en ja, zijn sleutelbos met huisadres op een sleutelhanger. Dacht: ach, ik laat morgen wel nieuwe sloten plaatsen. Die nacht was het al gebeurd. Binnen via de achterdeur, want die had precies hetzelfde slot als de voordeur.

Het kost je misschien wat meer om verschillende sloten te hebben. En ja, je sleutelbos wordt wat voller. Maar als één sleutel kwijt is, hoef je dan in ieder geval maar één slot te vervangen. Of nog beter: zet een elektronisch slot op je achterdeur. Dan heb je een code of zo’n app-ding. Wordt er wat gestolen? Verander je gewoon je code. Klaar.

De achterdeur – het stiefkindje van de beveiliging

Iedereen focust zich op de voordeur. Logisch ook. Die zie je elke dag. Die zien de buren. Daar komt de pakketbezorger. Maar je achterdeur? Die staat vaak gewoon een beetje tussen de struiken. Uit het zicht.

En daar maken inbrekers misbruik van. Laatst nog in Toolenburg. Mensen hadden een alarm, een camera bij de voordeur, verdomme zelfs bewegingssensoren in de tuin. Maar die schuifpui aan de achterkant? Gewoon zo’n standaard ding. Geen extra beveiliging. Niks. De inbrekers hadden binnen twee minuten die schuifpui open. En niemand die het zag, want ja, achterkant van het huis.

Ik zeg altijd: je achterdeur moet minstens zo goed beveiligd zijn als je voordeur. Eigenlijk nog beter, want hij ligt vaak verscholen. Zet er een meerpuntssluiting op. Dat zijn sloten die op meerdere plekken aangrijpen. Niet alleen in het midden, maar ook boven en onder. En doe er goede kernschilden bij. Gewoon omdat het kan.

Oh, en dat vanzelfsprekende ding waar iedereen aan voorbijgaat: check of je deur wel écht in het slot valt. Ik zie zoveel deuren die gewoon een beetje hangen. “Ja maar hij zit toch dicht?” Nee joh, hij zit aan. Dat is wat anders. Als je hem dicht trekt hoort ie te klikken. Hoor je dat niet? Dan zit ie gewoon niet goed. En dan kan iemand met een beetje kracht hem zo opentrekken.

Ramen – grote glazen zwakke plekken

Mooie grote ramen. Lekker licht in huis. Zie je vooral veel in die nieuwere wijken. Pax bijvoorbeeld, of die kant bij het Geniedorp. Prachtig hoor, maar ook een uitnodiging als je ze niet goed beveiligt.

Standaard raamsloten? Vergeet het maar. Die dingen zijn meestal van zo’n goedkoop metaal dat ze met een beetje kracht gewoon doorbuigen. Ik heb weleens een raamslot gezien dat met een gewone schroevendraaier open te wrikken was. Niet doordat het slot open ging, maar gewoon omdat het hele ding uit de sponning brak.

Wat je wil hebben zijn degelijke hang- en sluitwerk punten. Die zitten stevig verankerd in het kozijn en in het raam zelf. En als je écht goed bezig wilt zijn: ga voor spullen met het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Klinkt heel officieel, maar het betekent gewoon dat het getest is en voldoet aan strenge eisen.

Vooral op de begane grond is het belangrijk. Of bij ramen die je kunt bereiken vanaf een schutting of een plat dak. Ik woon zelf in de Graan- en Peulvruchtenbuurt en daar zie je dat veel huizen zo’n indeling hebben dat je vrij makkelijk bij een raam kunt. Extra beveiliging is daar echt geen overbodige luxe.

Dat beslag om je slot heen – vergeet dat niet

Je koopt een goed slot. Lekker stevig cilinder. SKG-gecertificeerd en alles. Kost je misschien wel honderd euro of meer. En dan? Krijg je het met standaard beslag. Zo’n simpel plaatje eromheen.

Dat is een beetje alsof je een hele dikke voordeur koopt maar er alleen een dun deurtje voor hangt. Want zonder goed beslag kunnen inbrekers dat mooie slot van je gewoon uitboren. Of eruit met gereedschap. Het slot zelf is dan prima, maar de beveiliging eromheen ontbreekt gewoon.

Vraag altijd om kroonschild en veiligheidsbeslag erbij. Dat zijn van die extra metalen platen die voor bescherming zorgen. Het voegt misschien veertig euro toe aan de prijs, maar het scheelt je straks wel een hele deur. En een hoop gedoe met de verzekering.

Sleutels verstoppen – doe het gewoon niet

Hoeveel mensen in Hoofddorp hebben een sleutel onder de mat liggen? Of in die nep-steen in de voortuin? Of onder de plantenbak? Teveel. Veel te veel.

Snap het wel hoor. Je sluit jezelf één keer buiten en denkt: dit moet me nooit meer gebeuren. Dus verstop je een reservesleutel. Maar waar verstop jij hem? Onder de mat? Inbrekers kijken daar als eerste. In de plantenbak? Check. Onder een steen? Ook check. Die lui kennen alle trucjes.

Laat gewoon extra sleutels maken en geef die aan je buurman. Of je schoonzus. Of iemand anders die je vertrouwt. Of als je echt zo’n verstopsleutel wil: koop dan een echte sleutelkluis met cijfercode en monteer die op een plek die niet direct te zien is. Maar niet zo’n goedkoop ding van de Action. Investeer in een degelijke. Want anders kunnen ze die kluis gewoon van de muur rukken en thuis openbreken.

Onderhoud – saai maar belangrijk

Wanneer heb jij voor het laatst je slot gesmeerd? Precies. Nooit waarschijnlijk. Niemand doet dat. Totdat dat slot vastloopt en je met de brandweer de deur moet intrappen omdat je binnen bent vergrendeld.

Sloten en scharnieren hebben onderhoud nodig. Minimaal één keer per jaar even checken. Beetje grafietspray of speciaal slotvet erin. Kijken of alle schroeven nog goed vastzitten. Of er geen roest of beschadigingen zijn. Het kost je tien minuten per jaar en kan je een hoop ellende schelen.

En nog iets: een slot dat stroef loopt valt op. Inbrekers letten daar ook op. Als ze zien dat je slot niet goed werkt, denken ze al snel dat de rest van je beveiliging ook wel te wensen overlaat. Beetje zoals een huis met overal onkruid in de tuin – dat schreeuwt ook “hier wordt niet zo op gelet”.

Wat ik voor je kan doen

Kijk, je kunt zelf wel wat dingen checken. Kijken of je sloten nog modern genoeg zijn. Of je achterdeur wel goed beveiligd is. Maar het voordeel van een slotenmaker is dat we dit dagelijks doen. We zien in één oogopslag waar de zwakke plekken zitten.

Bij mij begint het altijd met rondkijken. Gewoon even door je hele huis. Voor, achter, ramen, alles. En dan zie ik vaak dingen die jij zelf niet ziet. Die ene schuifpui die net iets te makkelijk open gaat. Of dat raampje op de WC dat je eigenlijk nooit sluit omdat het slot zo stroef loopt. Dat soort dingen.

En dan denk ik met je mee. Want misschien heb je niet het budget om alles ineens aan te pakken. Prima. Dan kijken we wat het belangrijkste is. Wat de grootste risico’s zijn. En dan maken we een plan. Stap voor stap. Dat kan ook gewoon.

En wat ook meespeelt: verzekeringen worden steeds strenger. Die eisen steeds vaker gecertificeerde sloten. Als je die niet hebt en er wordt ingebroken, kun je gedoe krijgen met uitkeren. En dat wil je niet. Dus ik zorg er altijd voor dat wat ik plaats ook écht aan de eisen voldoet. Met de juiste papieren erbij.

Tot slot

Beveiliging hoeft echt niet ingewikkeld te zijn. Het gaat vooral om de basis goed doen. Goede sloten. Op alle deuren. Extra beveiliging op de zwakke plekken. En af en toe even checken of alles nog goed werkt.

Woon je in Hoofddorp en wil je weten of je woning goed beveiligd is? Bel me gewoon. Ik kom even langs, kijk rond, en vertel je eerlijk wat ik zie. Geen verplichtingen. Gewoon advies. Want dat veilige gevoel in je eigen huis? Dat is me meer waard dan wat dan ook.